Afgelopen weekend waren de Europese Kampioenschappen allround schaatsen een Nederlands onderonsje. Deze week heeft de vorst aangehouden zodat de liefhebber zelf de schaatsen kan onderbinden en zich niet alleen hoeft te laven aan de snelle rondjes van de topsporters. De toekomstige Sven Kramers staan al op het natuurijs. Het is nationale folklore aan het worden dat zodra de temperatuur onder nul zakt er een wedstrijdje losbarst tussen ijsclubs in Nederland, wie de eerste officiele schaatswedstrijd op natuurijs mag organiseren. We helpen daarbij de natuur wel een beetje, om niet te zeggen een beetje veel, door dunne laagjes water op weilanden en baantjes aan te brengen die snel bevriezen. Iets wat men vroeger ook al deed: in 1939 had de Rossumse ijsclub de brandspuit gebruikt van de gemeente. We weten dat omdat de spuit beschadigd was door het gebruik en de ijsclub een rekening kreeg van de gemeente. Voordat de schaatsliefhebber het echte open water op kan is er meer nodig dan een paar nachtjes vorst.
Bommelerwaardse ijsclubs
IJsclubs behoren (met turn- of gymnastiekverenigingen) tot de oudste sportvereningen in Nederland. Vaak al voordat er sprake was van georganiseerd voetbal, (lawn)tennis of laat staan basketbal werd het schaatsen in verenigingsverband beoefend. Ook in de Bommelerwaard waren en zijn ijsclubs actief. De oudste is de Zaltbommelse IJsclub, opgericht in 1886. Er zijn enkele foto's bewaard gebleven uit deze tijd van het schaatsen op de grachten van de stad.
Na Zaltbommel volgde Rossum (1901) en ook Hurwenen met de ijsclub Hurwenen Vooruit die in 1909 werd opgericht was er snel bij. Ook toen sprak men van het volkse schaatsplezier. Ouderen zwierden, beentje over, hand in hand over het ijs en voor de sportievelingen waren er heuse wedstrijden voor paren en heren. Wedstrijden voor dames alleen was nog niet aan de orde. Ringsteken, al schaatsend met een prikstok een opgehangen ring zien te bemachtigen, was ook populair
Later volgden onder andere Nieuwaal met ijsclub Vooruit is ons streven (ca. 1917), Gameren met ijsclub Joviaal (1918), Bruchem met ijsclub Nooit Gedacht (ca. 1922) en de Aalster ijsclub eveneens met de naam Nooit Gedacht (1927). De strenge winterweken in januari en februari 1929 waren aanleiding voor de oprichting van drie nieuwe ijsclubs in de streek; Ammerzoden (De Arend), Nederhemert (Eensgezind) en Zuilichem (De Volharding). Heerewaarden had toen ook een ijsclub genaamd Door Eendracht Sterk. Die club is na de Tweede Wereldoorlog ter ziele gegaan. Nog net voor die oorlog, in 1936, is in Hedel ijsclub De Volharding opgericht. In Brakel kreeg men pas in 1953 een ijsclub. Poederoijen heeft in de jaren vijftig van de vorige eeuw ook een ijsclub maar het jaar van oprichting is mij niet bekend. Betrekkelijk jong is de Drielse ijsclub, in 1979 werd de Stichting IJsclub Maasdriel in het leven geroepen. Bijna elk dorp heeft zo blijkt zijn ijsclub. Zelfs de buurtschap Delwijnen heeft sinds 1954 een eigen ijsclub, De Del genaamd.
Naast de ijsclubs, kent de Bommelerwaard tegenwoordig ook 'schaatsclubs', verenigingen die niet een ijsbaan in stand houden, maar in groepsverband schaatsen en (lange) tochten maken. Naast de ijsclub De Arend, kent Ammerzoden ook schaatsclub De Arend, opgericht in 1980. In Zaltbommel richtten enkele fanatieke schaatsers in 1987 de Schaatsgroep Zaltbommel op. Nederland had toen net twee elfstedentochten (1985 en 1986) achter de rug.
De schaatsen van 'Baron de Woelmont'
Het schaatsmuseum in Hindelopen heeft in haar collectie de mooiste schaatsen aller tijden, de Rembrandts onder de schaatsen zoals men zelf zegt. De zilveren schaatsen, opgeborgen in een foedraal met het opdruk 'F.W.', zijn gegraveerd met 'Mr. le senateur Baron de Woelmont'. In eerste instantie werd gedacht dat het hier baron Frederic Felix Eugene de Woelmont (1769-1829) betrof. Deze Frederic werd ook nog heer van Ammerzoden genoemd. Dat is hij echter nooit geweest. Zijn zoon, Louis Alexandre Alphons de Woelmont(1799-1856), was heer van Ammerzoden in de jaren 1824-1856, na zijn huwelijk met een gravin van Ribaucourt die het kasteel in 1823 erfde. De schaatsen zijn waarschijnlijk afkomstig van Ferdinand Philippe Ghislain de Woelmont (1815-1875), lid van de Eerste Kamer in Belgie en familielid van de heer van Ammerzoden.Sil van Doornmalen,
adjunct-streekarchivaris
NB. In De Toren van 11 december 1997 verscheen een overzicht van de toenmalige ijsclubs in de regio: 'Een rondje langs Bommelerwaardse ijsclubs'. Dit artikel is online te raadplegen op de website van het streekarchief. Over het raadsel (welke F.W.) van de schaatsen van de Woelmont zie: N. Mulder, De schaatsen van baron De Woelmont, in: Kouwe Drukte 12(2008)nr.32 p.4-7