Onlangs kreeg het streekarchief een bijzonder pamfletje geschonken. Op 14 juli 1944 riep de NSB-burgemeester van Zaltbommel, Jan Boll, zijn inwoners op om, 'naar aanleiding van het gebeurde op Zaterdagavond 8 juli' uit de buurt te blijven van een deel van de stad dat was afgezet. Bevelen van Duitse soldaten zoals 'Hände hoch' en 'stehen bleiben' moesten direct opgevolgd worden. Het was tot op heden een onbekende circulaire die een beeld geeft van de onrust in de stad na die niet nader omschreven gebeurtenis van 8 juli.
Acht juli 1944 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Zaltbommel. Die zaterdagavond rond 17.00 uur deden Duitse soldaten een inval in hotel Gottschalk aan de Waterstraat. In het hotel verbleven joodse onderduikers, waarvan enkelen nog net op tijd konden vluchten in hun schuilplaats. De Duitse soldaten waren nerveus en bij de inval is geschoten. Hotel eigenaar Hendrik van de Laak wordt neergeschoten en is op slag dood, de onderduikster Mary Wolf werd in de buik getroffen en overleed kort daarop. Op de Markt in de stad schoot een Duitse soldaat nog Aart Hobo van zijn fiets toen hij niet onmiddelijk reageerde op een bevel om te stoppen. Het hoe en waarom van deze actie is nooit helemaal duidelijk geworden. Cees Kooman beschrijft de gebeurtenis uitvoerig in zijn studie over Zaltbommel in de jaren 1942-1945, maar kon ook geen uitsluitsel geven. Al snel is er sprake van dat er verraad in het spel is, of op zijn minst onvoorzichtigheid waarbij mogelijk per ongeluk door een betrokkene iets losgelaten is over de aanwezigheid van joods onderduikers in het hotel. Zeker is het allemaal niet. Echt verraad lijkt niet aannemelijk omdat de schuilplaats zelf niet gevonden is. Op 10 juli wisten de overgebleven onderduikers uit hun schuilplaats te ontvluchten.
Meer weten? Cees Kooman, Zaltbommel 1942-1945. Een gemeente onder Nationaalsocialistisch bestuur (Zaltbommel 2008).
Sil van Doornmalen,
adjunct-streekarchivaris.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten