woensdag 30 mei 2012

Bidprentjes: Dichtung und Wahrheit

"Ach man, ik zou willen dat ik een bidprentje van je had!”, hoorde ik in een vorige baan eens iemand zeggen tegen een collega. Een verrassende en tamelijk ongebruikelijke manier om uiting te geven aan een bijzonder gevoel van irritatie. De ook weinig fraaie, maar toch meer gebruikelijke uitdrukking “Ach man, val dood!” zou minder indruk op me gemaakt hebben. Nu ben ik die scene nooit meer vergeten, temeer daar ik een paar jaar na dit incident er getuige van was dat de aangesprokene tijdens de uitvaartdienst van degene die hem dit fraais had toegebeten, een bidprentje in de handen gedrukt kreeg. Ook hij zal toen wel aan het incident hebben teruggedacht.

Het uitgeven van een bidprentje (gedachtenisprentje), dat wordt uitgereikt tijdens een uitvaartdienst, is een gebruik dat met name bij het overlijden van katholieke mensen nog steeds in ere wordt gehouden. Aangezien er een neiging is om "over de doden niets dan goeds" te vertellen, zijn de teksten op de bidprentjes – zeker de oudere - vaak heel aardig, maar niet altijd even volledig en objectief. Niet voor niets kennen we ook de uitdrukking “liegen als een bidprentje”.

Het uitgeven van bidprentjes nam in de loop van de negentiende eeuw een grote vlucht, maar er zijn ook al gedrukte prentjes uit de 18e eeuw bewaard gebleven. Op de voorzijde staat vaak een afbeelding van christelijke symbolen, heiligen, engelen, enzovoorts. Later verschenen er prentjes met tekeningen en foto’s van de gestorvenen. De achterzijde bevat tegenwoordig meestal een persoonlijke tekst over de overledene, maar vroeger vaak algemene stichtelijke teksten. Genealogen hebben grote belangstelling voor bidprentjes van hun voorouders. In Nederland zijn enkele heel grote collecties (honderdduizenden stuks) van deze prentjes, onder andere bij het Centraal Bureau voor Genealogie, de Nederlandse Genealogische Vereniging en het Religieus Museum Uden.

Het Streekarchief Bommelerwaard heeft een kleine collectie bidprentjes. We willen niet alles te hooi en te gras verzamelen. Uitgangspunt is daarom dat de persoon waarover het bidprentje handelt of zijn of haar partner geboren of overleden moet zijn in de Bommelerwaard of er gewoond moet hebben. Enkele jaren geleden hebben we helaas nog een verdere beperking aan moeten brengen omdat we nu eenmaal prioriteiten moeten stellen. We besloten om voortaan alleen nog maar bidprentjes te verzamelen van mensen die voldoen aan bovenstaande criteria en die bovendien vóór 1946 zijn overleden. Daarnaast besloten we om – hoge uitzonderingen daargelaten – alleen nog maar originele prentjes op te nemen en geen reproducties. De verzameling werd daardoor beperkt tot enkele honderden prentjes (momenteel 326 om precies te zijn). Die zijn inmiddels allemaal gedigitaliseerd en geïndexeerd op onze website in te zien en te doorzoeken. Het oudste aanwezige prentje is van Anna Maria Antonia Kluijtmans die overleed te Zaltbommel op 21 juli 1829. De naamgegevens en de data op een prentje moeten wel met voorzichtigheid gebruikt en met officiële bronnen vergeleken worden. (Druk)Fouten komen frequent voor.

Iedereen die prentjes bezit die aan de genoemde voorwaarden voldoen roepen wij op om die te schenken aan het streekarchief. We zullen ze dan toevoegen aan onze collecties.

Extra waardevol zijn de prentjes waarop een portretfoto voorkomt. Soms betreft het mensen waarvan op andere wijze geen of weinig foto’s bewaard bleven. Bij dit stukje worden enkele bidprentjes gepubliceerd van personen die in de Tweede Wereldoorlog overleden en waarop een portret van de overledene voorkomt. Dit in deze meimaand als een hommage aan allen in en uit de Bommelerwaard die vielen door oorlogsgeweld.

Jan Buylinckx,
Streekarchivaris.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten