Posts tonen met het label Tweede Wereldoorlog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Tweede Wereldoorlog. Alle posts tonen

vrijdag 24 mei 2013

Oorlogsgravenstichting

Mei is de maand van het herdenken en gedenken van de Tweede Wereldoorlog en haar slachtoffers. Ook in Zaltbommel vond dit jaar een dodenherdenking plaats op 4 mei. Zaltbommel heeft een speciale band met deze herdenking. De zorg voor de graven van Nederlandse oologslachtoffers, burgers en militairen, is een taak van Oorlogsgravenstichting. De oorlogsgravenstichting is opgericht door de Zaltbommelaar Anton van Anrooy (1895-1946).

Oorlogsgraven
Anton van Anrooy was een zoon van Abraham Gijsbert van Anrooy en Marie Ernestine Mathilde van der Elst. Vader was wijnhandelaar en directeur van de plaatselijke was- en strijkrinrichting. Anton vond zijn roeping net als verschillende andere familieleden in de gezondheidszorg en werd arts. Hij werd uiteindelijk bedrijfsarts bij Philips. Na de oorlog was hij hoofd van de dienst voor Identificatie en Berging van het Ministerie van Oorlog. In die hoedanigheid kwam hij dagelijks in aanraking met oorlogsslachtoffers. Naar Engels voorbeeld (Imperial War Graves Commission) nam hij in 1946 het initiatief voor een Nederlandse organisatie die zich wereldwijd inzette voor de Nederlandse oorlogsgraven. Hij wist daarbij de steun te verwerven van de overheid. Uiteindelijk werd op 13 september 1946 de oorlogsgravenstichting opgericht.

A. van Anrooy (foto website OGS)


Anton van Anrooy kwam kort daarop bij een verkeersongeluk om het leven. Hij is begraven op de algemene begraafplaats op de Bosschepoort in Zaltbommel. Zijn werk werd op verzoek van de stichting voortgezet door zijn vrouw Hermine Gerarda van Anrooy-de Kempenaer (1903-1997). Zij had haar sporen al verdiend in allerlei besturen van vrouwenorganisaties en het Rode Kruis. Mevrouw Van Anrooy-de Kempenaer bleef 25 jaar president van de stichting.

Impromptu
Anton van Anrooy is in Zaltbommel om nog een andere reden een bekende naam. Hij is de auteur van het boekje Impromptu (1939). Hierin verteld hij het verhaal dat hij gehoord zou hebben van zijn grootvader, over het onverwachte bezoek van de beroemde pianist Frans Liszt aan Zaltbommel. Liszt zou tijdens een reis van vanaf een boot op de Waal gelokt zijn door de mooie klanken van het carillon, dat bespeelt werd door Carolus Leenhoff. Thuis in Zaltbommel bij Leenhoff hoorde Liszt de dochter van Carolus pianospelen en zou geadviseerd hebben haar in Parijs te laten studeren. Daar ontmoette dochter Suzanne de bekende schilder Eduard Manet met wie zij in 1863 in Zaltbommel trouwde (zie deze huwelijksakte op de website van het Streekarchief Bommelerwaard). Behalve het huwelijk tussen Suzanne en Eduard is er van dit verhaal (helaas) niets zeker. De Stichting Frans Liszt Kring in Nederland acht het bezoek aan Zaltbommel echter als bewezen en heeft zelfs een herdekingsplaquette laten aanbrengen in Zaltbommel.

Sil van Doornmalen, adjunct-streekarchivaris

maandag 26 november 2012

Deportatie joodse inwoners Zaltbommel 1942-1943

Zondag 18 november werd in Zaltbommel stilgestaan bij de deportatie van joodse inwoners uit de stad, samen met enkele israëlitische families uit Rossum en Herwijnen, naar de Duitse vernietigingskampen. Zeventig jaar geleden, op 19 november 1942, vond het eerste transport plaats. Een halfjaar later, op 8-9 april 1943 volgde een tweede transport. Van het eerste transport is bekend hoe het verlopen is. Nadat de opgepakte joodse inwoners verzameld waren in de plaatselijke ontspanningszaal van het Nut, aan onderduiken dachten de meesten niet, werden ze omstreeks vijf uur in de ochtend per trein naar kamp Westerbork vervoerd. Van het tweede transport is zelfs de exacte datum niet duidelijk. De mensen zijn waarschijnlijk per bus naar kamp Vught gebracht. Een ingrijpende gebeurtenis in de geschiedenis van de stad en de eens bloeiende plaatselijke joodse gemeenschap in het bijzonder.

Des te opmerkelijker is dat het streekarchief niets bewaart dat herinnert aan dit drama. Het archief van het Israëlitisch kerkgenootschap van Zaltbommel is bijna gehele verloren gegaan. Waarschijnlijk door de Duitsers in beslag genomen en vernietigd; net als de mensen.... Foto's zijn voorzover bekend niet gemaakt. Reden te meer om het herdenken niet te vergeten.

In het archief van de Joodse Raad is een bescheiden briefkaartje bewaard gebleven dat de geschiedenis van de deportaties in een notendop samenvat. Met het tweede transport vanuit Zaltbommel ging ook Abraham David van Gelder (1901-1943) uit Rossum mee. Vanuit kamp Vught stuurde hij op 2 juli 1943 via de Joodse Raad een kaartje naar de familie Van Osch in Rossum.

Beste vrienden, ik ga heden vertrekken met enkelende bestemming, eerst naar Westerbork & daarna naar P. (= Polen, SvD). Hoopelijk zie ik Hesje (= zijn vrouw Hester Mozes, SvD) & de kinderen. Bedankt voor de pakjes en niets meer sturen. Jullie weten, kop op en ik hou goeden moed. Wij komen met zijn allen terug met Gods hulp. Vele groeten, ook voor Jaap en Aria (?) en speciaal voor Jullie allen. Bram.
Op de voorzijde van de briefkaart: Tot wederziens in betere tijden. Als ik in Westerbork blijf schrijf ik nog wel en stuur dan maar weer pakketten. Bram.

Abraham David is op 7 juli 1943 in Sobibor vermoord. Zijn vrouw en kinderen (13, 9 en 6 jaar oud) twee dagen daarna…..

Sil van Doornmalen,
adjunct-streekarchivaris

Meer informatie:
- Over de joodse Zaltbommelse gemeenschap zie www.mikwe.org
- C. Kooman, Zaltbommel 1942-1945. Een gemeente onder nationaalsocialistisch bestuur (Zaltbommel 2008)
- Lijst van alle joodse oorlogslachtoffers op http://www.mikwe.org/Mikwe/In_Memoriam.html

vrijdag 7 oktober 2011

Juli 1944 onrust in Zaltbommel

Onlangs kreeg het streekarchief een bijzonder pamfletje geschonken. Op 14 juli 1944 riep de NSB-burgemeester van Zaltbommel, Jan Boll, zijn inwoners op om, 'naar aanleiding van het gebeurde op Zaterdagavond 8 juli' uit de buurt te blijven van een deel van de stad dat was afgezet. Bevelen van Duitse soldaten zoals 'Hände hoch' en 'stehen bleiben' moesten direct opgevolgd worden. Het was tot op heden een onbekende circulaire die een beeld geeft van de onrust in de stad na die niet nader omschreven gebeurtenis van 8 juli.

Acht juli 1944 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Zaltbommel. Die zaterdagavond rond 17.00 uur deden Duitse soldaten een inval in hotel Gottschalk aan de Waterstraat. In het hotel verbleven joodse onderduikers, waarvan enkelen nog net op tijd konden vluchten in hun schuilplaats. De Duitse soldaten waren nerveus en bij de inval is geschoten. Hotel eigenaar Hendrik van de Laak wordt neergeschoten en is op slag dood, de onderduikster Mary Wolf werd in de buik getroffen en overleed kort daarop. Op de Markt in de stad schoot een Duitse soldaat nog Aart Hobo van zijn fiets toen hij niet onmiddelijk reageerde op een bevel om te stoppen. Het hoe en waarom van deze actie is nooit helemaal duidelijk geworden. Cees Kooman beschrijft de gebeurtenis uitvoerig in zijn studie over Zaltbommel in de jaren 1942-1945, maar kon ook geen uitsluitsel geven. Al snel is er sprake van dat er verraad in het spel is, of op zijn minst onvoorzichtigheid waarbij mogelijk per ongeluk door een betrokkene iets losgelaten is over de aanwezigheid van joods onderduikers in het hotel. Zeker is het allemaal niet. Echt verraad lijkt niet aannemelijk omdat de schuilplaats zelf niet gevonden is. Op 10 juli wisten de overgebleven onderduikers uit hun schuilplaats te ontvluchten.

Meer weten? Cees Kooman, Zaltbommel 1942-1945. Een gemeente onder Nationaalsocialistisch bestuur (Zaltbommel 2008).

Sil van Doornmalen,
adjunct-streekarchivaris.